Zaterdag dag 5:
Daar gaan we weer.
Toen we in Vierhouten arriveerden zagen we nog meer auto’s als voorgaande dagen, echt niet te geloven. Wederom waren er uit heel het land weer zoveel mensen als één team op zoek naar mijn schoonzus.
Ook deze dag zien we weer mensen die we afgelopen week iedere dag hebben gezien.
Wat een kracht dat deze mensen weer komen zoeken, weer heel de dag door het bos ploeteren voor een, voor hun, onbekende.
Ook deze dag hebben we weer mogen ervaren hoe het VST werkt.
Op een zeker moment komt er, tijdens de zoekactie, een bericht binnen van een natuurbrand in een van de sectoren. Ook nu volgt een strakke actie. Iedereen verplaatst zich uit de sector en de coördinaten worden doorgeven aan de brandweer.
Mijn brandweerhart gaat harder kloppen en wil graag kijken hoe de collega’s hier dit aanpakken.
Ondanks de enorme inspanning op deze laatste zoekdag wordt ook deze dag afgesloten zonder resultaat. We bedanken iedereen nogmaals en rijden zwaar teleurgesteld naar huis.
Het VST zoekt in coördinatie met de politie en wanneer die de actie stopt houdt het voor dat moment op. Dankzij aandringen van het VST was de dag van vandaag al een dag langer.
Opgeven was echter geen optie dus we gaan morgen alsnog zelf zoeken. Iedereen wist dat de kans op het terug vinden heel klein zou zijn maar met wat adviezen en sectoren op zak van de inzetcoördinator van het VST gaan we er toch voor.
Zondag 20 maart:
Op deze dag vieren we normaalgesproken de verjaardag die van mijn schoonzus en mijn broertje.
Dit jaar niet. Vandaag gaan we zoeken! Met verschillende bussen van de brandweer, vrienden en bedrijven rijden we afgeladen met collega’s van de brandweer, sommige zelfs met partner, vrienden en familie, naar Vierhouten.
Aangekomen in het zoekgebied verzorgt Luuk de briefing waarna Eric en ik laten zien hoe we moeten zoeken in het bos. We hebben de methode van het VST gekopieerd.
De gebieden worden op een kaart getekend en verdere taken worden verdeeld. We verwachten er niet veel van maar we moeten wat.
En zo gaan de verschillende teams, onder leiding van een bevelvoerder op stap. De coördinatie ligt bij Luuk en Eric.
Na een aantal uur hebben we al onze geplande gebieden doorzocht. Ik spreek als bevelvoerder met Luuk af op een locatie langs een doorgaande weg om een vervolg plan te maken.
Onze groep zit net uit te puffen als Luuk en Eric aankomen.
Op ongeveer een uur lopen van hier ligt een gebied waar nog niet gezocht is. Ik merkte gelijk op dat dit niet mogelijk was omdat dit gebied getroffen was door een valwind en het gebied onveilig en onbegaanbaar was. Het stukt terrein droeg zijn naam, Duivelsbosch, eer aan.
Luuk gaf aan dat ze net langs dat gebied hadden gereden en dat het beeld wat ik zojuist schetste klopt als een bus maar aan één zijde ligt een strook die wel begaanbaar is. Die strook zouden we nog meepakken.
Ik wist precies waar het gebied lag, de omgeving had inmiddels weinig geheimen meer en terwijl er nog wat mensen hun schoenen aan het aantrekken waren was ik al vertrokken.
Na een flinke tocht stonden we voor de laatste strook. We gingen weer op linie tot de omgewaaide bomen waar we een stuk opschoven om weer richting het pad te gaan. Zo schoven we iedere keer een stuk op om de volledige strook te voltooien.
Het eerste stuk ging redelijk maar was echt een stuk zwaarder als de eerder doorzochte stukken.
Er werd wat geklaagd maar een rake opmerking was voldoende om weer door te gaan.
Na zo’n 500 meter riep Pepijn dat hij wat zag een stuk verderop. Nadat ik hem vroeg wat het was gaf hij aan dat niet goed te kunnen zien maar het bewoog wel.
Ik geloof niet dat ik nog een keer zo snel door een bos kan rennen als op dat moment.
Tijdens het rennen zocht ik in de richting die Pepijn aangaf en inderdaad, daar lag ze en ze bewoog nog.
Ik weet dat ik nog wat taken verdeeld heb, dat ik het thuisfront en Mariska van het VST gebeld heb en iedereen die geen taak had terug heb gestuurd naar het pad. Pepijn had inmiddels de centralist van de meldkamer aan de lijn die vroeg wat we nodig hadden. Alles antwoorde hij. Politie, brandweer en ambulance. Het gaat om de vermissing van de vrouw in Vierhouten dan weet men het wel.
Vanaf dit moment ben ik echt volledig ingestort. Alles van de hele week kwam eruit en gelukkig had ik het vertrouwen in de mensen om me heen om het los te laten.
Na een strakke actie van de lokale hulpdiensten en de eigen collega’s lag Jolien in de ambulance. Ik stapte erbij in en gingen we op weg naar het ziekenhuis in Zwolle. De collega’s achterlatend in het bos maar die zijn super opgevangen op de brandweerkazerne aldaar.
Wat een bizarre ontknoping van deze week. Zo blij en dankbaar dat het VST zich zo open had gesteld waardoor we zoveel konden leren waardoor dit uiteindelijk wel gelukt is.
Dit verhaal beschrijft mijn beleving van een zoektocht naar mijn schoonzus vanuit mijn persoonlijke blik als achterblijvend familielid. Ik heb dit opgeschreven om te delen hoe deze zoektocht beleefd is vanuit de familie zijde.
Het gevoel van onmacht, teleurstelling, kwaadheid en alle emoties er tussen is met geen pen te beschrijven.
Zelf sta ik meestal aan de andere kant van de hulpverlener en dan doe je je werk zoals het geleerd is. Normaal zal er ook geen familie toegelaten worden. Dit om de zoekers te beschermen maar zeker ook om de familie te beschermen.
Hoe en waarom het zo gelopen is dat wij wel toegelaten werden weet ik niet maar het liep zoals het gelopen is. De dankbaarheid naar alle vrijwilligers van het VST is dan ook met geen pen te beschrijven. De ervaringen die ik opgedaan heb deze week zal ik voor altijd met me mee dragen.
We zijn nu ruim 3 jaar verder, het leven gaat door en wij strijden thuis nu een strijd tegen een gemene ziekte. Hoe deze gaat aflopen zal de toekomst leren maar ook hier is opgeven geen optie!
En Jolien? Die heeft afgelopen jaar de halve marathon gelopen, het gaat goed.